Ansam: ‘Ik ben erg veranderd. Ik ben een ‘nieuwe’ Ansam’

5 december 2024
Ze is geboren in Irak en vluchtte uit het land omdat ze niets mocht, alles verboden was en volgens haar familie ook niets kón. Het drukte een stempel op haar leven.
Gele cirkel

In Irak voelde Ansam al Dulaimi de constante druk van haar familie en man. Haar vlucht naar Nederland werd een bevrijding, die de christelijke organisatie House of Hope van dichtbij zag. “Hier voelt het als familie, een tweede huis.”

Ansam vluchtte in 2010 naar Syrië, vanuit Irak. Een moeilijke beslissing, weg van haar familie en man. Een man die haar al verlaten had en waar ze van gescheiden was. “Ik mocht niets in mijn land. Mijn familie en man vonden dat ik niets kon. Alles was verboden.” Toen ze twintig jaar oud was, trouwde Ansam. Ze kreeg in Irak drie kinderen, die nu 25, 23 en 16 jaar oud zijn. Haar vlucht bracht haar eerst naar een woonplek bij een kerk in Bagdad. Samen met haar jongste dochter van anderhalf jaar zegde ze daarna haar geboorteland vaarwel. Haar andere zoon en dochter bleven bij hun vader, volgens Ansam “pakte hij hen af”.

“In Syrië ben ik nog een keer getrouwd. Mijn ex-man hoorde dat en kwam naar Syrië. Toen heeft hij mijn jongste dochter ook meegenomen. Mijn tweede man trouwde ook met een andere vrouw. Ik wist dat niet. Zelf ben ik eerlijk: hij loog daarover. Ik dacht toen dat alle mensen eerlijk waren. Toen ik erachter kwam, ben ik nog een keer gescheiden.”

Ansam kwam in Nederland en begon op nul, beschrijft ze. “Voor het eerst begon ik met school. Mijn familie zei altijd: jij weet niets, je kan niet slagen. Dat denk ik nog steeds weleens. Ik ben nog steeds bang dat ik het niet kan. Ook ben ik nog altijd verlegen omdat mijn familie en man dit altijd zeiden.”

De Iraakse merkt dat de negatieve gedachten op school in Nederland nog steeds doorwerken: “Antwoord geven in de klas of dingen uitleggen, lukt mij niet. Dat komt door de situatie in Irak, toen ik kind was.” Het viel haar docenten ook op. Ondanks de achterstand, haalde Ansam stap voor stap haar inburgeringsexamen. Leerde schrijven, luisteren en maakte kennis met de Nederlandse cultuur. “Ik hou van talen”, ontdekte ze. “Ik ben er enorm blij mee.”

In de afgelopen jaren kreeg de Iraakse vrouw het advies van haar maatschappelijk werker om eens bij House of Hope binnen te lopen. Een christelijke stichting in Rotterdam, die als buurtcentrum aanwezig wil zijn als mensen gebukt gaat onder armoede, eenzaamheid en gebrokenheid. Ansam werd geholpen haar huis in te richten, toen ze verhuisde.

Vanaf het begin wilde Ansam ook zelf bijdragen in het buurtcentrum. Werken mag ze niet vanwege haar bloedarmoede, maar ze zit niet graag stil. “Vroeger heb ik wel op andere plekken vrijwilligerswerk gedaan. Maar het waren geen plekken zoals House of Hope. Hier word ik rustig. Ik werkte er twee maanden lang een dag per week, maar dat is al snel drie dagen geworden. Als ik terugga naar huis, ben ik blij en moe, maar ik ben goed moe. Het is fijner dan thuis zitten.”

Ook is de Iraakse vrouw begonnen de Bijbel te lezen. Wat ze er mooi aan vindt? “Dat als iemand slecht gedraagt, je niet slecht moet reageren. Je moet altijd goed omgaan met mensen.” Met een medewerker van House of Hope gaat ze inmiddels ook regelmatig naar de kerk.

De vrouw voelt zich een vrij mens: “Ik wil wel werken, geen vrijstelling hebben. Parttime, omdat ik bloedarmoede heb. Ik kan niet veel uren maken, maar ik moet iets doen. Ik wil niet stilzitten. Stap voor stap ga ik nu door. God heeft mij veel gegeven. Mijn kinderen, school, mijn werk. Ik hoef niet meer te hebben. Ik heb eigenlijk alles. Mijn God ziet mij altijd. Hij weet wat ik wil, daarom geeft hij het mij.”

Het contact met haar kinderen in Irak heeft zich ook stap voor stap hersteld. “Toen ik in Syrië was, heb ik contact met mijn zoon Jacob gemaakt via Facebook. De eerste keer blokkeerde hij mij. Zijn vader praatte altijd over mij. Zij is een slechte vrouw, zei hij.” Ansam gaf niet op. “Een tijd later maakte ik een ander account aan op Facebook. ‘Ik ben mama, blokker mij alsjeblieft niet’, schreef ik. Ik heb toen twee jaar met hem gepraat. Niemand wist het, ook zijn familie niet. Elke dag praatte ik met mijn zoon. Een jaar nadat ik hier was aangekomen, is mijn zoon ook naar Nederland gekomen.”

Ook haar twee dochters kwamen in de loop der tijd naar Nederland. “Ik bad er veel voor. Mijn ex-man wil ook naar Nederland komen, maar dat wil ik niet. Nu mijn kinderen hier zijn, is het klaar. Ik woon nu met mijn dochters in een huis, mijn zoon woont ergens anders in Rotterdam. Ik dank God er elke avond voor: voor eten, drinken en mijn kinderen. Vroeger kon ik niet slapen: ik dacht altijd aan mijn dochters.”

Het leven is niet altijd makkelijk in Nederland, ook hier maakt ze moeilijke dingen mee. Zo was haar zoon erg somber toen hij in Nederland kwam. Ansam had hem 13 jaar lang niet gezien en zag met lede ogen aan hoe moeilijk hij het had. Ook haar ex-man had nog veel invloed op de jongen.

“Stap voor stap heb ik een ander huis voor mijn zoon aangevraagd. Na twee jaar is dat gelukt. Toen mijn zoon verhuisde, was dat heel goed voor mij. Het is een andere Jacob geworden. Hij heeft veel aandacht voor mij, gedraagt zich goed. Hij begint nu ook met school.”

Bij House of Hope is Ansam al jaren in haar element. “Op maandag en woensdag ben ik er gastvrouw. Donderdag kook ik samen met anderen een maaltijd voor de mensen die er zijn. Ik heb veel contact met mensen.” Voor de vrouw is dat niet vanzelfsprekend: “Vroeger zat ik altijd alleen en praatte niet veel. Het is belangrijk voor mij dat ik meer durf te praten met mensen.

“Ik ben erg veranderd. Ik ben een ‘nieuwe’ Ansam en ben blij voor mijzelf. Vroeger kon ik niets doen. Niemand legt nu druk op mij. Ik ben nu vrij. Natuurlijk, ik kan niet opeens alles doen, maar ik ben vrij vanbinnen.”

Dit artikel is verschenen op CVandaag.

Deel dit verhaal:

Scroll naar boven