Thuis in Eritrea
Aan het woord is de Eritrese Kisanet Keferi. Ze woont in Beverwaard en is moeder van vier kinderen: Hanibal, Hermila, Heaven en Henos. Drie dagen in de week werkt ze als vrijwilliger bij House of Hope. “Maandag, woensdag en vrijdag kom ik hier helpen met schoonmaken en verzorg ik de koffie en thee voor bezoekers”, vertelt Kisanet. “Dit is mijn tweede thuis. Een thuis waar ik me veilig voel en waar ik rust ervaar.” Iets wat niet vanzelfsprekend voor haar is. Het thuis van haar kindertijd roept geen fijne herinneringen bij haar op. “Toen ik dertien was, overleed mijn moeder door een verkeersongeluk. Ik zat op school toen het gebeurde. Mijn moeder reisde met de bus van ons dorp naar de stad. De bus viel omver en mijn moeder lag onderin. Ze was toen zes maanden zwanger. De tijd die volgde was erg moeilijk. Na drie jaar hertrouwde mijn vader. Ik vond het zo zwaar.” Snel veegt ze een traan weg. Of ze dan misschien iets wil vertellen over fijne herinneringen aan haar kindertijd? “Nee, geen fijne herinneringen. Die heb ik niet. Mijn hoofd zit vol met herinneringen van stress en onvrijheid. Ik wil daar niet meer aan terugdenken.”
Op de vlucht
“Toen ik zestien was, ben ik naar Ethiopië gevlucht. Na drie maanden kwam ik aan in Soedan en na zes maanden in Soedan te zijn geweest, bereikte ik Libië. Vanaf daar stapten we op een bootje naar Italië. Eenmaal in Italië aangekomen, zocht ik een manier om naar Nederland te reizen. Toen ik hier in Nederland aankwam, voelde ik iets van vrijheid en veiligheid. Alsof ik eindelijk adem kon halen.”
Thuis bij House of Hope
“Het duurde acht maanden voordat ik mijn verblijfsvergunning kreeg. Uiteindelijk kreeg ik 3 maart 2016 een woning toegewezen in Rotterdam, op de dag van mijn verjaardag. Via Hannah, een Eritrese vriendin, ben ik toen bij House of Hope terecht gekomen. Ik kwam binnen met een hulpvraag over papierwerk. Als statushouder ontving ik veel post van gemeente Rotterdam. Dat gaf me altijd stress, want hoe wist ik zeker of ik die brieven wel goed begreep? House of Hope hielp mij hierbij en legde alles uit. Ik kan hier alles vragen. Voor administratieve dingen, maar ook met fysieke klusjes helpen we elkaar. We vieren ook elkaars verjaardagen en met feestdagen wordt er ook iets gezelligs georganiseerd.”
“Op zondag denk ik: mórgen kan ik weer naar House of Hope.”
Iets terug doen
Een half jaar geleden is Kisanet vrijwilliger geworden. Dan bedoelen we: ‘officieel vrijwilliger’. Daarvoor was ze namelijk ook al in de weer om waar het maar kon een helpende hand te bieden. “Ik geniet ervan om te helpen”, vertelt Kisanet lachend. “Op deze manier kan ik iets terug doen. Soms neem ik ook vriendinnen mee, die helpen dan ook weer mee. Met elkaar maken we House of Hope een echte familieplek.”
God, dank u wel
“Ik dank God iedere dag voor House of Hope. Ik ben eigenlijk heel de dag door met Hem aan het praten en Hem aan het danken. Als ik wakker word, zeg ik: ‘God, dank u wel voor de nieuwe dag. Dank u wel voor de kinderen. Dank u wel voor het huis. Dank u wel voor gezondheid.’ Als ik aankom bij House of Hope, zeg ik: ‘God, dank u wel voor House of Hope. Dank u wel voor hier veilig aankomen.’ En als ik thuis terugkom en de deur open, zeg ik: ‘Dank u wel God, dat ik weer veilig terug mocht komen.’ Ik vind veel dingen in mijn leven ook moeilijk, maar ik ervaar dat God bij mij is. Ik leer om in het hier en nu te leven en te genieten van kleine momenten.”