Door vrijwilligerswerk in het AZC van Groningen kwamen ze met een andere wereld in aanraking, een wereld waar hun hart sneller van ging kloppen.
Nadat in 2004 de eerste locatie geopend werd, is de stichting inmiddels op vier plekken in de stad aanwezig. Cvandaag sprak met het echtpaar Hubach. Ze zien hun werk in de havenstad als een roeping.
“Wij zijn betrokken bij de ICF (International Christian Fellowship) – een interculturele kerk in Rotterdam-Zuid – en daar ligt eigenlijk het begin van House of Hope. Deze gemeente bestond ongeveer vier jaar toen ze ontdekte dat er in deze wijk zoveel diaconale en maatschappelijke problemen spelen dat ze dat als kerk niet konden handelen. In die tijd worstelde de gemeente Rotterdam ook erg met de vraag hoe zij met de problematiek in de wijk moesten omgaan. Ook bij kerken ontstond een soort eerste bewustwording dat zij misschien wat meer aan diaconaat buiten de kerk konden doen”, vertelt Cor.
“Die dingen kwamen als het ware samen en dat maakte dat Bram Dingemanse en Theo Visser van ICF destijds nadachten over een plan, waar ze ook geld voor konden vragen. Maar toen ontstond de vraag; wie gaat dat dan uitvoeren? Via internationale vakantiekampen – wij woonden destijds in het Groningse Haren – hadden we al een connectie met ICF. Ik werkte bij een (ingenieurs)adviesbureau en Elsbeth zat in het onderwijs, maar inmiddels deed ze vrijwilligerswerk in het AZC van Groningen. Daardoor kwamen we met een andere wereld in aanraking, een wereld waar ons hart sneller van ging kloppen.”
“Hoe kunnen we meer dienstbaar zijn aan Gods Koninkrijk en meer naar anderen uitreiken?”
Zoektocht
Bij Cor en Elsbeth kwam een zoektocht op gang. “Hoe kunnen we onze achtergronden laten samenkomen in iets waar we meer dienstbaar kunnen zijn aan het Koninkrijk van God en meer naar anderen kunnen uitreiken? Dat was de vraag waar we toen veel mee bezig waren”, deelt Cor.
Via die internationale vakantiekampen zijn Cor en Elsbeth in die tijd geregeld in gesprek met mensen over hun zoekproces. Vervolgens overwogen ze een verhuizing naar Rotterdam om zo gestalte te geven aan House of Hope, waarbij op dat moment de focus ligt op het bijstaan van mensen in achterstandswijken die het zwaar hebben. “We dachten na over deze vraag, we hebben ervoor gebeden en oriënteerden ons op de stad Rotterdam die grotendeels nieuw voor ons was. We ervoeren dat er deuren openingen. Ook dachten we: Hé, dit is iets wat echt bij ons past.”
Het echtpaar schrikt in eerste instantie behoorlijk als ze voor het eerst in de havenstad komen. “Ik weet nog dat we hier in de stad kwamen en dat ik dacht: wat een stenen en grauwheid! Is dit echt de bedoeling? Dit is echt verschrikkelijk, zei ik tegen God terwijl we in de auto door de stad reden”, vertelt Elsbeth. “Maar het mooie was dat we ’s avonds – toen we weer terug in Haren waren – de dag met een dagboek afsloten en precies de Bijbeltekst ‘Gezegend zult gij zijn in de stad’ uit Deuteronomium aan de beurt was. Dat kon geen toeval zijn.
God wilde klaarblijkelijk dat we de stap zouden zetten, al zou dat proces nog maanden duren. Bij de tweede keer dat we naar Rotterdam gingen, hebben we verschillende mensen ontmoet en kwam de stad veel dichterbij. Ergens in de loop van die periode werd ons Jesaja 58 aangereikt: ‘Dit is het vaste wat Ik verkies‘. Dat heeft wel echt heel veel impact gehad en daar is eigenlijk House of Hope ook helemaal op geënt.”
“Laat mij Jezus in de wereld zijn”
Verhuizing naar Rotterdam
In 2004 verhuist het echtpaar vanuit Haren naar Rotterdam om als diaconale werkers aan de slag te gaan. In het besluit om het groene Groningen achter zich te laten, speelt ook een lied van Roelof Mulder een belangrijke rol. “Dat lied heet: ‘Laat mij Jezus in de wereld zijn.’ Door Zijn ogen zie ik de pijn van de mensen in nood. Dat heeft ons erg geraakt”, deelt Elsbeth.
De kinderen van Cor en Elsbeth – op dat moment negen, zeven en vier jaar oud – reageren positief op de verhuisplannen van hun ouders. “Een van de kids zei: ‘Gaan we dan naar die leuke kerk?’. waarmee ze dan de ICF-kerk bedoelde. Ze hebben na de verhuizing geen moment heimwee gehad.”
Als Cor en Elsbeth beginnen met het werk voor House of Hope, combineert Cor dat lange tijd met een parttimebaan bij de Haagse vestiging van het adviesbureau waarvoor hij ook in Groningen werkte. Hij richt zich bij House of Hope onder meer op het werven van fondsen, terwijl Elsbeth in de eerste periode veelvuldig de straat op gaat om met meer buurtbewoners contact te leggen. Nadat House of Hope steeds groter wordt – en inmiddels naast de Tarwewijk in twee andere Rotterdamse wijken ook locaties heeft – besluit hij zich in 2016 volledig op House of Hope te richten.
“Het gaat niet zo goed met mijn buurvrouw. Kan zij ook hulp krijgen?”
Reilen en zeilen bij House of Hope
Hoe ziet een gemiddelde dag bij House of Hope er eigenlijk uit? “Wat we doen, geven we vorm aan de hand van vijf pijlers. Dat zijn vinden, verbinden, versterken, vieren en verdiepen”, legt Elsbeth uit. We willen een huiskamer zijn waar mensen elkaar ontmoeten onder het genot van een kopje koffie. Hier komen mensen die hulp nodig hebben, of mensen kunnen zelf binnenkomen en vragen: ‘Het gaat niet zo goed met mijn buurvrouw, kan zij ook hulp krijgen?’ of ‘kan ik haar meenemen naar de lunch? Dat is het ‘vinden’. Bij het ‘verbinden’ proberen we mensen door laagdrempelige activiteiten – denk bijvoorbeeld aan gezamenlijke maaltijden – bij elkaar brengen. Ook zijn er groepen voor vrouwen, mannen en kinderen en cultuurgroepen, zoals de Chinese, Antilliaanse en Somalische groepen.”
Bij de pijler ‘versterken’ moet je denken aan maatschappelijk werk, maar ook aan het bieden van praktische hulp, merkt Elsbeth vervolgens op. “We hebben inmiddels een klusteam waarbij we vooral bezig zijn om huizen leefbaar te maken en op te knappen. Er zijn mensen die snel moeten verhuizen, maar geen netwerk hebben en daardoor in de knel komen met de inrichting van hun huis. Dan staat ons team klaar. Daarnaast heeft die derde pijler ook een andere functie, namelijk om de eenzaamheid onder mensen te doorbreken. Hier – en ook op andere locaties – bezoeken we ouderen en kijken we hoe we hen aan House of Hope kunnen verbinden.”
De vierde pijler ‘vieren’ maakt duidelijk hoe het er bij House of Hope dagelijks aan toegaat. “We vieren dat mensen jarig zijn, of dat nu onze medewerkers, vrijwilligers of mensen die we begeleiden zijn. Kinderen die jarig zijn, krijgen een kaartje in de brievenbus, maar we zetten onze vrijwilligers – en dat zijn er ruim 350 per jaar – met hun talenten en inzet ook graag tijdens hun verjaardagen in het zonnetje.”
De laatste pijler die Elsbeth noemt, is ‘verdieping’. “Verdiepen is pastorale aandacht, bidden voor mensen en hen leiden naar een geloofsgemeenschap, als men daarvoor open staat. Elke locatie van House of Hope is verbonden met een christelijke geloofsgemeenschap.”
“God heeft het omzien naar anderen in ons hart gelegd”
Hart voor kwetsbaren
Hoe komt het dat het omzien naar en helpen van kwetsbaren zo het hart van Cor en Elsbeth heeft? “Ik denk dat God dit in ons hart heeft gelegd. Ik heb mij altijd al wel betrokken gevoeld bij het lot van mensen, maar het lied van Roelof Mulder heeft dat wel verder versterkt”, vertelt Elsbeth. “Ook als het gaat om de vraag hoe ik eigenlijk naar mensen kijk, maar vooral als het gaat om hoe de Heere Jezus wil dat we naar mensen kijken. Dat heeft God verder uitgewerkt en daar proberen we het team in mee te nemen. Bij alles wat we doen is dat omzien naar anderen de basis.”
20 jaar House of Hope
Inmiddels bestaat House of Hope 20 jaar, heeft het vier locaties, zijn er 20 vaste werknemers en ruim 350 vrijwilligers. In die 20 jaar hebben Cor en Elsbeth ervaren dat de Heere hen leidt en hebben ze Hem ook aan het werk gezien. Zo deelt Cor een indrukwekkend voorbeeld van een man die eerst drugsdealer was, maar zijn leven compleet zag veranderen nadat hij met House of Hope in aanraking kwam.
Cor: “Hij hing hier vaak op straat rond en kwam uit een groep die vaker de politie zien dan dat iemand anders contact met hen maakt. Toen hij hier binnenkwam, hielpen we hem en ontdekte hij steeds meer hoe leeg zijn leven eigenlijk was. Wat heel bijzonder is, is dat hij op gegeven moment ook tot geloof kwam en dat met veel overtuiging deed. In het verleden werd hij zelf geholpen, nu helpt hij anderen. Zijn leven is totaal veranderd. Niet dat alles nu van een leien dakje gaat, maar het is zoveel anders dan voorheen.”
Dit artikel is verschenen op CVandaag.