Safia wordt geboren in Afrika. Ze is er één van de negen. Het gezin kent zorgen: een paar kinderen kampen met ziekte en er is te weinig geld om alle monden goed te voeden. Onbezorgd jong zijn zit er voor Safia niet bij. Ze kan niet naar school, omdat ze moet zorgen voor haar broertjes en zusjes. Als ze wat ouder is, gaat ze ook oppassen bij haar tante. Op die manier kan ze wat geld in het laatje brengen.
Een ‘woonplek’ in het bos
Haar leven is niet gemakkelijk, en moeder is dan ook blij als ze van een kennis, laten we haar tante G. noemen, hoort dat Safia in Europa een beter bestaan kan opbouwen. Dat gunt ze haar dochter – die inmiddels begin twintig is – van harte, hoe moeilijk het ook is om afscheid te nemen.
Echter blijkt het heel anders te gaan dan tante G. had voorgespiegeld. In plaats van het vliegtuig moet Safia mee in een bus. Grote tassen worden op en rondom haar gezet, zodat ze onzichtbaar is. Daarna wordt de reis per boot vervolgd, en komt ze aan in Italië. Ze krijgt een ‘woonplek’ in het bos. Eten krijgt ze als ze zich gedraagt. En dat betekent vooral dat de ene na de andere man haar seksueel kan misbruiken.
In elkaar geslagen
Op zekere dag lukt het haar om te vluchten. Ze ontmoet een Afrikaanse man, er is een wederzijdse klik en ze krijgen een relatie. Safia krijgt drie kinderen, maar de jaren zijn niet onverdeeld gelukkig. Tante G. komt erachter dat zij een relatie heeft en zet Safia en haar man op allerlei manieren onder druk om Safia te laten terugkeren naar haar oude werk. Het dieptepunt is de dag dat Safia’s man volledig in elkaar wordt geslagen.
Safia moet weer op de vlucht slaan, ditmaal met haar drie kinderen. Ze ontmoet een Nederlandse man die haar gouden bergen belooft. Ze raakt zwanger van hem, en hij nodigt haar uit om naar Nederland te komen. Wanneer ze daar aankomt, blijkt dat de man geen enkel contact meer met haar wil.
Eigen woning
Safia komt met haar kinderen in het asielzoekerscentrum terecht, waar haar vierde kind wordt geboren. De periode in het centrum is niet gemakkelijk. Na twee jaar is ze blij met een eigen woning in Rotterdam-Beverwaard. Ze probeert alles zo goed mogelijk te regelen. Niettemin heeft ze een aantal vragen waar ze niet goed uitkomt, en wordt ze door een buurtgenoot meegenomen naar House of Hope. Dat is de eerste kennismaking met maatschappelijk werker Moriah.
Zichzelf wegcijferen
Moriah vertelt: “Ik heb Safia leren kennen als iemand met een grote verantwoordelijkheid voor haar vier kinderen. Ze cijfert zichzelf helemaal weg. Ze is ook erg gemotiveerd om de taal te leren. Gemakkelijk is dat niet voor haar, omdat ze analfabeet is, maar ze vindt het erg leuk om te doen. De examens vindt ze spannend, en daarom doet ze bij ons in alle rust de oefenexamens. Haar jongste kind neemt ze mee en die speelt lekker in de huiskamer.
Ze mist haar familie heel erg, maar ze kan hen niet bezoeken. Het is niet veilig voor haar twee meisjes, want als ze daar is, is het 100% zeker dat ze worden meegenomen om besneden te worden. Ze heeft dit zelf ook ondergaan, zelfs tot tweemaal toe, en ze weet wat een traumatische ervaring dat is.
Iedereen is goed voor mij
Wij proberen een familie voor haar te zijn. We vieren de verjaardagen van de kinderen, en daar geniet ze enorm van. En natuurlijk helpen we haar bij alle andere dingen die nodig zijn. We lezen mee met brieven, helpen bij de thuisadministratie, vragen een Rotterdam-pas en ov-chipkaart aan, denken mee in opvoedingsvraagstukken, enzovoorts. Het is mooi om te zien hoe dankbaar Safia is. Ze zegt regelmatig: “In Nederland is iedereen goed voor mij”.
Foto: Dit is het ‘Dit ben ik’ bord waar Safia in de komende tijd naar toe wil groeien.