Giovanna: “Je bent hier geen nummer, je bent een mens”

16 maart 2023
Ze werd mishandeld en heeft angstige jaren gekend, nu helpt ze de rugzak van andere mensen lichter te maken, en volgt ze de opleiding social work.
Gele cirkel

“Ik ben de oudste van drie kinderen. Samen met m’n moeder en vader ben ik vanuit Suriname naar Nederland gekomen. M’n ouders hebben heel hard gewerkt om ons – op hun manier – een goed leven te geven.
Ik was tien jaar, toen ik de verantwoordelijkheid kreeg voor m’n jongere broertjes. Als ik uit school kwam, ging m’n moeder werken en moest ik binnenblijven om op hen te passen. Er was thuis geen warme sfeer. M’n ouders hadden vaak ruzie met elkaar. Ik was een echte zenuwpees. Als de politie aan de deur kwam, verstopte ik m’n broertjes in de kast omdat ik bang was dat ze anders meegenomen zouden worden.

Stress en spanning

Het was voor mij echt een feest om naar school te gaan. Wat er thuis gebeurde, vertelde ik natuurlijk niet. Dat zou echt uit den boze zijn als je dat deed.
Op school ging het steeds goed met me, tot het examenjaar. Toen kwam alle stress en spanning eruit. Ik bleef veel thuis, en meldde me af met eigen geschreven briefjes. Tot de directeur mij sprak. “Je hebt altijd zo hard gewerkt, je bent een voortreffelijke leerling en ga je nu het laatste jaar verpesten?”, zei hij. Toen ging de knop bij me om en ben ik gaan knallen, en heb ik het examen gehaald.
In die jaren had ik veel contact met m’n kwartjestante. Ik noem haar ook wel m’n bonusmama en heb nog altijd goed contact met haar. Ze gaf mij een zak met kwartjes. Als het thuis dan te heftig werd, kon ik haar bellen om m’n hart te luchten.
Toen ik zeventien was, is m’n vader weggegaan. Het betekende voor mij een stuk vrijheid. Hij was als vader heel beschermend. Als meisje zijnde, mocht ik nergens naar toe (bijvoorbeeld naar de disco) terwijl mijn broertjes dat wel mochten. Hij wilde mij op zijn manier beschermen voor de boze wereld, maar dat zorgde juist voor afstand. Hij vond dat ik niets kon, en ik mocht ook niets van hem. Hij had daar een reden voor, maar kon dat niet uitleggen.

Totaal geïsoleerd

Na de mavo ben ik de MGDO-AW gaan doen. In het tweede jaar heb ik een man leren kennen en raakte ik zwanger. Toen ik 21 was, is m’n dochter geboren. Ik was ontzettend blij met haar. Ik wilde van jongs af aan al moeder worden. Ik ben met de opleiding gestopt omdat ik graag fulltime moeder wilde zijn.
Na een paar maanden merkte ik dat m’n dochtertje niet goed zag. Talloze keren ben ik met haar in het ziekenhuis geweest voor onderzoeken en hulp. Ik stond er die tijd heel erg alleen voor, en zei dat ook tegen m’n toenmalige vriend. Dat leverde mij een klap op. De eerste van velen. Ik heb alle hoeken van de kamer gezien. Van angst plaste ik vaak in m’n broek. Ik leefde totaal geïsoleerd.
Eén keer was ik zo radeloos dat ik alle pillen die ik had in één keer heb ingenomen. Direct daarna kreeg ik spijt want ik wilde m’n dochter niet kwijt. Ik ben naar het ziekenhuis gegaan, en gelukkig is alles goed afgelopen.

“Ik ga dood”

Deze moeilijke periode kon ik volhouden omdat m’n ex van maandag tot en met donderdag ergens ver weg werkte en niet thuis was. Van donderdag tot en met zondag was een drama.
Na tweeënhalf jaar was ik helemaal aan het einde van m’n latijn. Ik wist één ding zeker: zo kan ik niet verder. Op een dag was m’n dochter bij mijn moeder. Ik vroeg aan m’n ex of ik haar mocht bellen of m’n dochtertje nog een dag langer kon blijven. “Ik ga dood”, zei ik heel zachtjes tegen haar. Alleen God weet hoe mijn moeder mijn gefluister heeft gehoord.
M’n moeder is toen gekomen en ik ben, samen met haar dochter, bij haar gaan wonen.

Samen tot geloof gekomen

Al snel na die tijd kwam ik een jongeman tegen met wie het bijzonder goed klikte. Hij is mijn redding geweest. We gingen samenwonen, ik werd zwanger en we kregen een baby. Inmiddels hebben we samen drie kinderen.
Ik heb altijd wel met God gesproken, maar kende Hem niet echt. Ik zag Hem altijd als iemand die je zou straffen. Op een dag nodigde een vrouw mij uit om mee naar de kerk te gaan. We zijn daar samen tot geloof gekomen, en ook getrouwd.

Ze zagen meer in mij

Acht jaar geleden ben ik in contact gekomen met House of Hope. In die periode was ik depressief, mede door een heel moeilijke periode op m’n werk. Een buurvrouw nodigde me uit om mee te gaan naar een vrouwenochtend van House of Hope. Ik heb haar heel wat keren laten wachten voordat ik ook echt met haar meeging. Het was goed om daar te zijn. Ik had wat te doen, ook al was het maar één keer per week. Ik ging me steeds beter voelen.
Na een paar jaar vroeg ik of ik vrijwilligerswerk kon doen. Ik ben Nederlandse les gaan geven. En nog weer later ben ik maatschappelijk dienstverlener gaan worden. Omdat ze meer in mij zagen. Op dit moment volg ik de opleiding social work en hoop ik dit jaar m’n diploma te halen.

Een lichtere rugzak

Als ik aan House of Hope denk, denk ik aan familie, warmte, vertrouwen, thuiskomen. God is tastbaar en voelbaar aanwezig. Je bent hier geen nummer, je bent een mens.
En nu mag ik mensen helpen. Dat is het mooiste wat er is. Als we een gesprek hebben gehad en ze gaan weg, is hun probleem niet opgelost, maar ze hebben hun verhaal kunnen doen. Hun rugzak is gelijk een stuk lichter. Ze weten dat we voor hen klaarstaan. Dát is wat mensen nodig hebben.
Alles in mijn leven heeft mij gevormd tot wie ik nu ben. Voor m’n opleiding moest ik een presentatie houden over House of Hope. Toen ik over de vijf v’s las (vinden, verbinden, versterken, vieren en verdiepen), herkende ik ze allemaal in mijn eigen leven.”

Scroll naar boven